ESSAY—HET OPTREDEN VAN MIJN LEVEN
Dit essay is geschreven naar aanleiding van de expositie MY ALL • A LOW BUDGET SPECTACLE. van kunstenaar Luca Tichelman. Het artikel verschijnt op initiatief van Mister Motley en Das Leben am Haverkamp. Drie keer per jaar nodigen zij een schrijver uit om verslag te doen van de thematiek, achtergrond en maakproces van de tentoonstelling bij Das Leben am Haverkamp.
Herinneringen zijn geen samenvatting, maar een voorstelling van wat je als mens hebt meegemaakt. Bepaalde voorstellingen blijf je, vaak om onduidelijke redenen, eindeloos herlezen, herschrijven en opnieuw opvoeren. In specifieke gevallen omdat de mensen om je heen er maar niet uitgepraat over lijken te raken. Zo is er het terugkerende verhaal van mij als kind, op een podium, op het dek van een boot, geschminkt en verkleed als clown. Mijn moeder kan het nog altijd dromen: ik sta naast twee klasgenootjes in de rol van dokter en politie. Ik – in principe goed ingeleefd in mijn rol – sta er wat onhandig en zelfbewust bij, de dokter naast mij roept uit volle borst: ‘Land in zicht!’ Daarna is de beurt aan mij. Waar dezelfde drie woorden ook uit mijn rommelige, rood gestifte mond hadden moeten klinken, klinkt er echter niet meer dan wat binnensmonds gestotter. Als ik mijn moeder mag geloven, liep ik desondanks met geheven hoofd van het podium. En terecht: het publiek was in lachen uitgebarsten.
Behalve de reconstructies van mijn moeder, herinnert ook een pixelige foto aan mijn treurige optreden. De datum op de achterkant van de foto vertelt me bovendien waar op mijn tijdlijn dit verhaal zich afspeelt, dat ik vijf jaar was. Twintig jaar later bekijk ik de foto nog regelmatig en ik denk er opnieuw aan terwijl ik kijk naar MY ALL ∙ A LOW BUDGET SPECTACLE van kunstenaar Luca Tichelman. In deze tentoonstelling verkent Luca een grote interesse: de elementen die gezamenlijk een verhaal over de eigen identiteit – of het ‘zelf’– creëren. Een verhaal dat we het liefst eindeloos blijven herhalen – zowel tegen onszelf als onze omgeving – en dat in de kern gefabriceerd is. Luca noemt het ook wel een ‘performance of a lifetime’. Telkens wanneer ik naar die oude foto van mezelf grijp, vraag ik me af wat ik, via dit verhaal, over mezelf hoop te ontdekken, behalve het feit dat een toekomst als performer nooit op mijn lijf geschreven heeft gestaan.
Ik maak kennis met Luca op een zonovergoten terras nabij de expositieruimte van Das Leben am Haverkamp waar zij werkt aan haar tentoonstelling. Ze vertelt me over haar inspiratiebronnen en schetst de persoonlijke achtergrond waartegen haar tentoonstelling zich zal gaan afspelen. Ik vraag haar of ze een idee heeft waar haar fascinatie voor het thema identiteit, dat als een rode draad door haar hele kunstpraktijk loopt, vandaan komt. Ze legt uit: ‘Als kind ben ik heel vaak van scholen gewisseld en ontdekte ik dat er niet maar één versie van mijzelf bestond. Ik kon altijd met heel veel verschillende type mensen opschieten, het idee van mijn ‘zelf’ hing samen met de manier waarop mijn nieuwe omgeving op mij reageerde.’ Op een soortgelijke manier zijn ook het moment en de setting waarin ik Luca op dat moment ontmoet, bepalend voor het beeld dat ik van haar krijg. Een ‘zelf’ is voor haar geen vastomlijnd, maar een veranderlijk en contextgebonden begrip dat ruimte laat voor de nodige speling.
Na de middelbare school ging Luca naar de Toneelacademie in Maastricht, waar ze zich als maker ontwikkelde op de performance-opleiding. Hierna volgde ze een verdiepende opleiding in film aan KASK in Gent. Op het Piet Zwart Instituut in Rotterdam kwam de focus binnen haar kunstenaarschap op video en sculpturen te liggen. De jarenlange ervaring binnen deze verschillende media en disciplines blijft in de uitwerking van haar tentoonstelling niet onopgemerkt.
MY ALL ∙ A LOW BUDGET SPECTACLE is opgebouwd uit twee delen. Allereerst is er een videoinstallatie waarin Luca zelf als hologram opduikt. Als digitale rondleider beweegt ze over een plateau waarop, in miniatuurformaat, elf objecten verspreid staan. Er is audio te horen waarin Luca haar bezoekers meeneemt door dit virtuele archief. Ze vertelt de verhalen achter de gepresenteerde archiefstukken. De chronologische volgorde in de tijd wordt hierbij niet duidelijk gemaakt. In je herinneringen gebeurt immers vaak alles tegelijkertijd: een tekenopdracht van een docent, de vraag die iemand stelde op een feestje, een beeld uit een koortsdroom, die tekstregel uit ‘Wannabe’ van de Spice Girls (I tell you what I want what I really really want). Met haar monoloog geeft Luca blijk van een sterk geheugen, zo vertelt ze ook:
I remember my mother and father telling me I have a good memory.
Ze benadrukt bovendien:
I remember thinking all those memories will be gone once I leave this place.
Hoeveel herinneringen er ook huizen in Luca’s tentoonstelling, er zullen altijd meer dingen zijn die we vergeten. Ervaringen die van de voorgrond, naar de achtergrond en vervolgens volledig uit ons geheugen verdwijnen. Ze geeft haar bezoekers ten slotte mee:
If a low voice ever appears asking you WHAT HAVE WE FORGOTTEN? It’s perfectly fine if you have forgotten about MY ALL like everything will be forgotten, but I’m glad we got to share this moment, and this one, and this one…
In de expositieruimte vind je vervolgens dezelfde elf archiefstukken als in de videoinstallatie, maar dan op ware grootte. De objecten eisen geen vaste route, alles wat je ziet lijkt even gewichtig. Mijn aandacht wordt uiteindelijk getrokken door een rij ingelijste brieven, het bijschrift ‘LOVE’ suggereert dat het om liefdesbrieven gaat. Ik blijf er een tijdje bij staan. Is het mogelijk om je niks bij liefde voor te stellen? Word ik door het werk aangetrokken omdat ik op dat moment zelf aan een groot liefdesverdriet lijd? Of wil de voyeur in mij simpelweg achterhalen van wie de brieven zijn en iets van de inhoud zien los te peuteren?
Het werk laat, net als veel van de andere, ruimte voor de eigen verbeelding. Wanneer ik denk aan de liefdesverklaringen die ik zelf ooit heb ontvangen, dan denk aan mijn allereerste vriendje in groep 5 en vooral aan hoe ik het na een krappe maand met hem uitmaakte door hem een YouTube-link naar de muziekvideo van ‘Uit elkaar’ van Yes-R te sturen. Dan zie ik de tekening voor me die ik als reactie kort daarop aantrof in de binnenzak van mijn poederroze winterjas. Huilend heb ik die tekening toen aan mijn ouders overhandigd: ‘Wat moet ik hier nu mee?!’ Ik besef me dat mijn moeder die heeft bewaard en nu nog altijd drie keer dubbelgevouwen in haar portefeuille moet hebben zitten.
Er waren ook liefdesverklaringen die niet in de vorm van brieven of tekeningen kwamen:
Er was het H&M-tasje met daarin de paarse tulp in een plastic pot die hij meenam naar onze date, maar pas overhandigde toen ik hem richting de uitgang van het café vroeg ‘wat er eigenlijk in dat tasje zat’. Die pot heeft toen op mijn eettafel gestaan tot er helemaal niets meer van de tulp over was.
Er was het vergeelde exemplaar van The Unbearable Lightness of Being van Milan Kundera, ‘omdat het zijn lievelingsboek was’. Ik las het, vond het een vreselijk boek en maakte geen enkele markering behalve bij de zin: A single motif can give birth to love.
Er was het appje na de eerste date waarin stond: ‘Ik vind je leuk omdat ik je mooi vind en omdat je een aantal passies hebt’.
(Ik denk ook aan de liefdesverklaringen die ik in geen enkele vorm heb teruggekregen en in gedachten herhaal ik: wie ik ben, wordt niet bepaald door de liefde die ik ontvang, maar door de liefde die ik te geven heb.)
Ik vervolg mijn weg. Het archief is gevarieerd, maar toch hebben de objecten een belangrijke gemeenschappelijke deler: ze representeren een gebeurtenis of anekdote die claimt iets over Luca prijs te geven. Die poging om iets van onszelf en onze ervaringen te vangen in beelden en motieven is eeuwenoud, en wie zich daaraan waagt, door kunst te maken of juist te consumeren, ontdekt vroeg of laat ook hoe makkelijk het is om jezelf erin kwijt te raken. Die dunne lijn is in de poëzie, wat mij betreft, onovertroffen beschreven door de Nederlandse dichter Hanny Michaelis:
Alle eindjes
aan elkaar geknoopt
tot een patroon dat zich
laat leven. Dagenlang
gaat het goed. En dan
is het er weer, het gat
waar alles in verdwijnt:
boeken, muziek, gesprekken
met vrienden. Alleen ik
blijf over, vastgenageld
aan de rand van het niets.
Ik denk aan het gedicht nadat ik alle elf de werken in de ruimte heb gezien. Het is een spannend idee: een ‘ik’ dat aan het licht komt, juist wanneer alle ingrediënten waaruit ons verhaal is opgebouwd wegvallen. Telkens opnieuw, door hetzelfde gat. Uiteindelijk beginnen we altijd aan het volgende patroon dat zich laat leven. In die eindeloze herhaling van knopen en ontleden lijkt de kern van ons ‘zelf’ besloten te liggen. Zo laat ook Luca’s zelfportret voor mij in de kern een zoektocht naar verbinding zien, een verlangen naar erkenning en een poging om het verleden met het heden te laten rijmen. Die zoektocht is bij Luca, in tegenstelling tot bij Hanny Michaelis, niet per se melancholisch, maar eerder speels, uitnodigend en een aanzet tot gesprek.
In vraag mijn moeder waarom ze het verhaal over mijn clownsact maar op blijft halen. Ze zegt: ‘Het maakt een verschil tastbaar, tussen wie je ooit was en wie je geworden bent, of bezig bent te worden. Het laat zien, op de meest letterlijke manier: je was niet altijd al iemand die graag haar stem liet horen.’ In gedachten voer ik mijn act opnieuw op, in het licht van wat ik nu weet. Het gelach uit de zaal maakt plaats voor een daverend applaus. Vanuit achterin de zaal klinkt een bekende vrouwenstem: ‘Performance of a lifetime!’
Lees hier meer over de tentoonstelling 'MY ALL • A LOW BUDGET SPECTACLE' .
Auteur: Anouk Harkmans
Redactie: Laure van den Hout (Mister Motley)
Afbeelding: Luca Tichelman
Ondersteund door Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Stroom Den Haag and Gemeente Den Haag.